KALLES

De Britten hebben hun Marmite en wij hebben onze kaviaar – twee verschillende smaken die niet iedereen meteen kan waarderen. Aan beide moet je misschien even wennen. Maar weinig dingen zijn zo iconisch in de Zweedse keuken als licht gerookte kabeljauwkuit, lekker op sandwiches, eieren of gemengd in sauzen.

Het verhaal van Zweedse kaviaar begon toen een handelsreiziger een recept voor licht gerookte kaviaar – gemaakt van gezouten kabeljauwkuit en olie – aan Abba verkocht voor 1000 Zweedse kronen, een aanzienlijk bedrag in 1954.

Aanvankelijk werd de kaviaar in winkels verkocht in eenvoudige, ongemarkeerde tubes, maar de verkoop overtrof de verwachtingen. Om een breder publiek te bereiken, schakelde Abba de hulp in van een reclamebureau. Ze stelden voor om een vrolijke jongensafbeelding op de verpakking te zetten en het een speelse naam te geven.

Christian Ameln, Abba's directeur, had een blonde zoon genaamd Carl, wiens gezicht werd gekozen voor de tube. En zo werd Kalles Kaviar geboren. In 1955 werden er één miljoen tubes verkocht, en in 2005 consumeerden de Zweden jaarlijks ongeveer 2,6 miljoen kilo kaviaar.